Vincent van Gogh

Vincent van Gogh: Zijn werk valt onder het postimpressionisme.

Vincent Willem van Gogh (Zundert Nederland, 30 maart 1853 – Auvers-sur-Oise Frankrijk, 29 juli 1890) was een Nederlandse post-impressionistische kunstenaar wiens schilderijen tot de populairste en meest herkenbare uit de geschiedenis behoren. Zijn dramatische penseelvoering, zijn uitbundige palet en zijn meesterschap in het vastleggen van momenten in tijd en licht zorgden voor een revolutie in de kunst. Pas aan het eind van zijn leven erkend, hebben zijn strijd en triomfen precies gekleurd wat wij ons kunnen voorstellen als kunstenaar.

Van Gogh schilderde in zijn korte carrière ongeveer 870 olieverfschilderijen, schetsen en aquarellen. Bovendien hebben we een enorme hoeveelheid details over wat Vincent deed als hij niet schilderde, dankzij het feit dat hij veel brieven schreef. De kunstenaar schreef meer dan 650 brieven aan jongere broer Theodorus jr. (Theo) (1857-1891). Er zijn 41 brieven met reactie van Theo bewaard gebleven. Zijn jongere broer hielp hem financieel en met materiaal tijdens zijn carrière. Hij gaf ook advies over zijn kunst en hield Vincent op de hoogte van ontwikkelingen in de kunstwereld.

Er zijn nog zo’n 100 brieven bewaard gebleven, geschreven aan andere familieleden en kunstenaars. Veel brieven bevatten schetsen die het beginnersstadium van schilderijen en hun data kunnen onthullen. Dan zijn er nog de 43 zelfportretten. Noch de brieven, noch de portretten zijn natuurlijk onbevooroordeeld, maar ze betekenen dat we de carrière van de kunstenaar vanuit meerdere richtingen kunnen bekijken, naast verf en doek.

Werken als: ‘Sterrennacht boven de Rhône’, ‘Zonnebloemen’, ‘De aardappeleters’ en ‘De slaapkamer’ zijn de wereld van de schilderkunst ontstegen en zijn iconische symbolen geworden. Niet alleen van één kunstenaar, maar van een hele periode en kunststroming. Van Gogh’s unieke manier van kijken naar de wereld was zijn tijd ver vooruit met als gevolg dat hij. Niet in staat om van zijn werk te leven of zijn twijfels over de waarde van zijn prestaties te verzoenen en zijn mentale ziekte te overwinnen. Alleen en berooid zelfmoord pleegde.

Van Gogh liet de wereld niet alleen het grote geschenk van zijn visionaire schilderijen na, maar zijn brieven, geschreven aan zijn broer Theo en anderen. Geven ons een fascinerend en soms hartverscheurend inzicht in hoe Vincent vocht tegen afwijzing en onrecht. Onverschilligheid en zelfverminking om zijn doelen in de kunst en het leven te bereiken.

Jeugd

Vincent Willem van Gogh werd geboren op 30 maart 1853 in het Brabantse Zundert, Nederland. Zijn moeder was Anna Cornelia Carbentus (1819-1907) domineesvrouw en zijn vader, Theodorus van Gogh (1822-1885), was dominee in de Nederlandse Hervormde Kerk. Veelzeggend is dat drie van Vincents ooms in de kunsthandel werkten. Vincent deed het goed op school in Zevenbergen en Tilburg en hij interesseerde zich voor tekenen. Zijn tekenleraar in Tilburg, C.C. Huysmans, moedigde Vincent niet alleen aan om oude schilderijen te kopiëren, zoals gebruikelijk was, maar ook, ongebruikelijk, om de natuur te kopiëren.

Geen van zijn overgebleven vroege tekeningen suggereert het grote talent in hem. In juli 1869 trad Vincent in dienst bij de firma Goupil & Cie in de Haagse vestiging. Het bedrijf verkocht kunstdrukken en originelen. Vincent deed het goed en in januari 1873 werd hij overgeplaatst naar het filiaal in Brussel. In juni verhuisde hij naar het filiaal in Londen. Vincent bleef schetsen, bezocht de vele galeries in de hoofdstad en ontwikkelde een voorliefde voor Engelse poëzie.

Tussen 1874 en 1875 stapte Vincent over naar het Parijse filiaal van Goupil’s. Keerde vervolgens terug naar Londen en was daarna weer terug in Parijs. Alles ging niet goed en in het voorjaar van 1876 werd hij ontslagen. Daarna volgde een onderwijspost in Ramsgate, Engeland, en vervolgens een onderwijstaak onder auspiciën van dominee Jones.

Waarbij hij in verschillende dorpen buiten Londen preekte. Het lijkt erop dat Vincent zich nergens lang kon vestigen en aan het eind van 1876 verscheen hij als boekverkoper in Dordrecht. Nu hij een carrière in de kerk voor ogen had, verhuisde Vincent in mei 1877 naar Amsterdam om zich voor te bereiden op het theologische toelatingsexamen. Ondertussen ging hij door met schetsen, ditmaal gericht op landschappen.

Van Gogh schijnt vastbesloten te zijn geweest de boeren een soort religieuze troost te brengen en in juli 1878 probeerde hij evangelische zendeling te worden. Na drie maanden training in Brussel was Vincent een slechte spreker en kreeg hij geen post, maar hij ging toch naar een mijnstadje in de Borinage in België in december 1878. Vincent kreeg uiteindelijk officiële steun, maar verloor die in juli 1879 toen ontdekt werd dat hij bijna al zijn bezittingen had weggegeven aan de armen. Vincent ging nog 12 maanden door met zijn eenmansmissie totdat zijn religieuze ijver was gedoofd. Zijn kunst ging door in de vorm van schetsen, vooral van mijnwerkers, en hij bestudeerde kunsttheorieboeken om zijn tekenkunst te verbeteren.

In 1879 nam hij de definitieve beslissing om fulltime schilder te worden. In oktober 1880 was hij terug in Brussel en hoopte daar aan de kunstacademie te kunnen beginnen. Maar hij had al snel geen geld meer en moest in april 1881 terugkeren naar zijn ouderlijk huis in Etten. In 1882 had een reis naar Den Haag en zijn neef Anton Mauve (een prominent lid van de Haagse School) Vincent de moed gegeven om te beginnen met aquarelleren.

Een stap die door Theo werd aangemoedigd. Het was in deze periode dat Vincents avances naar zijn nicht Kee Vos-Stricker werden afgewezen. Een kort bezoek aan huis eindigde met een ruzie met zijn vader, mogelijk omdat Vincent niet meer naar de kerk wilde. Terug in Den Haag en met de hulp van Mauve, zette Vincent zijn eerste studio op.

Zoektocht naar waardering

Met zijn zolderatelier aan de Shenkweg in Den Haag begon Vincent een naaister en prostituee, Clasina Maria (Sien) Hoornik (bijnaam Sien), als model te gebruiken. Vincent en Sien woonden toen samen, waarbij de kunstenaar ook de moeder van Sien en de twee kinderen van zijn model onderhield. Een daad van vriendelijkheid die noch door zijn ouders noch door collega-kunstenaars in Den Haag werd goedgekeurd.

Neef Mauve trok zijn steun in, misschien niet onder de indruk van Vincents vooruitgang en nadat de twee hadden geruzied over hoe hij de technische kant van het tekenen kon verbeteren. Vincent zette zijn eigen methode voort, bestudeerde illustraties en experimenteerde met lithografie.

Een typische schets uit deze periode is een oude man met zijn hoofd in zijn handen in wanhoop. Vincent gaf het de titel ‘Op de drempel van de eeuwigheid’. Een teken van zijn vooruitgang was een opdracht van zijn oom Cornelis Marinus voor een serie stadsgezichten van Den Haag. Vervolgens leidde een bezoek van Theo in augustus 1882, die hem de benodigdheden bracht, tot een overstap naar het schilderen met olieverf. Dit was een risico omdat olieverf duur was, maar Vincent zette door en uit zijn brieven blijkt dat hij genoot van het verkennen van kleuren.

Theo betaalde nu in wezen voor Vincent van Gogh levensonderhoud en om de last te verlichten verhuisde de kunstenaar in september 1883 naar een goedkopere plaats, Drenthe, zonder metgezel Sien. Vincent bleef niet lang in Nederland en schilderde landschappen en arbeiders op het land.

In december 1883 was Vincent terug bij zijn ouders in Nuenen. Theodorus van Gogh overleed in maart 1885 en dit zette de relatie van de kunstenaar met zijn familie verder onder druk. Hij bleef schilderen, met name wintertaferelen en plaatselijke wevers. Er kwam een opdracht voor zes schetsen van het boerenleven, een al te zeldzaam geval waarin Vincent bijdroeg aan zijn kosten van levensonderhoud. Die nu door Theo werden betaald met regelmatige maandelijkse betalingen. Een andere kleine bron van inkomsten was dat Vincent les gaf aan een handvol lokale kunstenaars.

Een andere levensgebeurtenis van onbeantwoorde liefde trof Vincent toen zijn huwelijksaanzoek aan Margot Begemann. Een buurvrouw, werd afgewezen, voornamelijk vanwege de afkeuring van haar familie. Het werk van Vincent werd volwassen en in april 1885 maakte hij zijn eerste grote doek. De Aardappeleters, een werk dat hij zelf zeer waardeerde. Hij experimenteerde ook met fellere kleuren. In november 1885 was Vincent op zoek naar nieuwe ideeën en hij vertrok naar Antwerpen. Waarna hij in maart 1886, na een mislukte studie aan de Academie. Vertrok naar het centrum van de Europese kunstwereld aan het eind van de 19e eeuw: Parijs.

Parijs

Vincent sloot zich aan bij Theo in Parijs en het paar deelde twee jaar lang een appartement. Vanaf zijn aankomst in maart bezocht Vincent van Gogh galeries en leerde hij uit de eerste hand van collega-kunstenaars als Claude Monet, over de nieuwe kunststroming. Het impressionisme, en haar voorliefde voor licht en het vastleggen van een bepaalde scène op een bepaald moment met snelle penseelstreken en dramatische kleuren.

Vincent studeerde bij de schilder Félix Cormon, kopieerde gipsafgietsels en onderzocht de kleuren in stillevens van bloemen. Hij maakte ook kennis met de Japanse prenten die in Europa populair waren geworden en die hij zeer bewonderde om hun gedurfde kleuren en compositie. Hij schilderde panorama’s van Parijs, vooral Montmartre, een hele reeks windmolens en de eerste van zijn vele zelfportretten.

Vincent had moeite om zijn schilderijen tentoongesteld te krijgen, behalve door vrienden van de impressionisten zoals “Père” Tanguy (1825-1894). Die een winkel in kunstbenodigdheden had in Montmartre en schilderijen accepteerde als betaling voor materiaal. Vincent schilderde Tanguy drie keer. Vincent van Gogh organiseerde zijn eigen tentoonstelling van moderne kunstenaars in de zalen van een restaurant in november, december 1887. Met veel van zijn eigen schilderijen en die van collega-kunstenaars als Paul Gauguin (1848-1903) en Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901).

Enkele van de andere werken werden verkocht, maar geen enkel werk van Vincent. De kunstenaar verkocht wel een stilleven aan een handelaar in deze periode, en hij betaalde vaak voor maaltijden in cafés door de eigenaar een schilderij te geven. Zijn nu beroemde ‘Zelfportret met grijze vilthoed’ (september-oktober 1887) behoort tot deze periode. En de gedurfde penseelstreken en het kleurgebruik laten zien wat er nog komen gaat.

De Franse zuiderzon

Moe van de rivaliteit tussen kunstenaars in Parijs en op zoek naar warmer weer voor zijn broze gezondheid. Verhuisde Vincent in februari 1888 naar Arles in het zuiden van Frankrijk. Waar hij verreweg de meest productieve periode van zijn carrière begon en talloze schilderijen maakte. Hoewel hij niet geïsoleerd was van gezelschap, had Vincent moeite om zinvolle relaties aan te knopen met zuidelijke kunstenaars. In plaats daarvan raakte hij bevriend met mensen als Joseph Roulin. De plaatselijke postbode die hij meerdere malen schilderde.

Vincent van Gogh was onder de indruk van het zonlicht van Zuid-Frankrijk, en zijn palet was nu helder en vet. De onderwerpen zijn veel eenvoudiger van compositie dan eerdere werken. In de lente legde hij bloesembomen vast in werken als Roze Perzikbomen. Toen de zomer aanbrak, werden de zon en de gele velden schitterend vastgelegd in werken als de Zaaier met ondergaande zon. Hij schilderde zeegezichten en legde meer lokale kleur vast in Sainte-Maries-de-la-Mer. Arles overheerst echter met taferelen in fel contrasterende en verzadigde kleuren zoals het geel en blauw van het Caféterras bij nacht. En het rood en groen van Het nachtcafé.

In augustus was hij begonnen aan zijn opzienbarende serie zonnebloemen, die hij louter als decoratie voor zijn huis, het Gele Huis, heeft gemaakt. De Sterrennacht boven de Rhône in september laat zien dat de kunstenaar zich niet laat afschrikken door de praktische aspecten van het impressionistische plein air schilderen. Zijn kleuren zijn nu intens, de vorm en de ruimte zijn vaak overdreven.

Levendige monochrome achtergronden, vaak getextureerd om te contrasteren met het gladdere hoofdonderwerp, vermengen zich met wervelende penseelstreken van rijkelijk aangebrachte verf. Hij mengde impressionisme met symbolisme, waarbij een schilderij is gemaakt om de verbeelding te prikkelen en een emotionele reactie van de kijker uit te lokken. De onnavolgbare Vincent van Gogh stijl is gearriveerd.

Broze gezondheid en mentale problemen

Vincent hoopte in Arles een kunstenaarsgemeenschap te vormen en nodigde jonge schilders als Gauguin en Emile Bernard (1868-1941) uit. De eerste kwam inderdaad naar Arles in oktober 1888 en het tweetal woonde en werkte samen, beiden gefinancierd door Theo. De twee schilders beïnvloedden elkaar. De felle kleuren van Vincent op het palet van Gauguin en de aanmoediging. Van Gauguin dat de Nederlander experimenteerde met verschillende onderwerpen. Opgesloten in de mistral wind botsten de twee sterke karakters vaak, vooral over kunst.

Vincent van Gogh beschreef hun ruzies als ‘klinkende ruzie’ en Gauguin beschreef zelfs dreigingen van geweld. De crisis kwam op 23 december. Na weer een ruzie bracht Gauguin de nacht door in een hotel. En toen hij de volgende ochtend terugkeerde naar het Gele Huis, zag hij tot zijn verbazing de politie. Gedurende de nacht had Vincent een deel van zijn oor afgesneden en aan een plaatselijke prostituee aangeboden. Hij werd naar het ziekenhuis gestuurd en Theo werd uit Parijs ontboden. Gauguin verliet Arles onmiddellijk na het incident. Vincent schreef de aanval toe aan koorts en gebrek aan gezonde voeding. In januari was hij weer aan het schilderen, maar meer aanvallen van zijn ziekte, wat het ook was, zouden volgen.

In mei 1889 liet Vincent zich vrijwillig opnemen in het ziekenhuis voor mensen met mentale problemen: Saint-Paul-de-Mausole in Saint-Rémy-de-Provence. Nog steeds kreeg de kunstenaar aanvallen, maar tussendoor mocht hij blijven schilderen. Net als zijn geest is Vincents palet nu merkbaar gedempt. Misschien was deze terugkeer naar meer sobere werken een poging om zijn eerdere ambitie om een schilder van het noordelijke boerenleven te worden te heroveren.

Het kan ook veelzeggend zijn dat hij nu een nieuwe versie van De Aardappeleters maakte. Artsen in het ziekenhuis diagnosticeerden de ziekte van de kunstenaar als epilepsie. Studies in de 20e en 21e eeuw hebben andere theorieën opgeleverd voor de geestelijke instabiliteit van de kunstenaar. Met name schizofrenie of de gevolgen van syfilis. Of de overconsumptie van absint (Kruidenlikeur) of een combinatie van deze vier kwalen.

Na enige verbetering in zijn gezondheidstoestand, mocht Vincent schilderen in de nabijgelegen velden en olijfboomgaarden. Maar er kwam weer een aanval waarbij hij een deel van zijn olieverf opat. Er volgden epileptische aanvallen met tussenpozen tot februari 1890 en de herstelperioden werden langer.

In mei 1890, na overleg met Theo en op advies van Camille Pissarro (1830-1903), ging Vincent op consult bij Dr. Paul Gachet in Auvers-sur-Oise in Noord-Frankrijk. Gachet was een arts, hartspecialist en voorstander van homoeopathie. Hij was ook een goede vriend van de impressionisten. Vincent verbleef in een plaatselijke herberg en bezocht Gachet regelmatig. Hij schilderde zijn portret en de vele bloemen in zijn tuin. Misschien gevoelig voor het einde der dingen, was de kunstenaar productiever dan ooit, en schilderde bijna elke dag een nieuw doek. Waaronder een van zijn laatste meesterwerken. De opwekking van Lazarus (mei 1890) (naar Rembrandt). Voor dit schilderij gebruikte van Gogh een prent van Rembrandt als inspiratiebron.

Overlijden en nalatenschap

Op 27 juli kreeg van Gogh, nadat hij in een veld had geschilderd, opnieuw een aanval. Hij schoot zichzelf daaropvolgend met een pistool in het hart, maar maakte daarbij de klassieke fout. Door te denken dat het hart zich bevindt bij de linkerborst-spier. Hij wist zich nog terug te slepen naar zijn herberg. Theo werd opnieuw gebeld. Vincent leefde nog toen zijn broer arriveerde, maar hij stierf aan zijn wond in de ochtend van 29 juli 1890. Een extra tragedie was dat de schilder net de interesse van kunstcritici begon te wekken. Enkele maanden voor zijn dood waren enkele werken van Vincent tentoongesteld in Parijs en Brussel (waar hij een schilderij verkocht). De gevallen kunstenaar werd begraven op het kerkhof van Auvers.

Erkenning

De werken van Vincent van Gogh werden al in de jaren 1890 tentoongesteld in Amsterdam, Parijs en elders. Toen de symbolistische beweging op gang kwam. Van Gogh werd door sommigen gezien als een brug tussen het impressionisme. Met zijn aandacht voor voorbijgaand licht en kleur. En het expressionisme, waarin kunstenaars probeerden hun overdreven innerlijke emotionele onrust over te brengen. Hij wordt doorgaans geclassificeerd als een post-impressionistische schilder. Iemand die de technieken van het impressionisme gebruikt maar ook geïnteresseerd is.

In symboliek en permanente emotionele expressie in zijn werk. Binnen welke groep hij ook wordt geplaatst in de kunstgeschiedenis, het publiek en de verzamelaars twijfelden niet aan de waarde van zijn bijdrage. De schilderijen van Van Gogh hebben vanaf het midden van de 20e eeuw op veilingen een prijskaartje van miljoenen euro’s opgebracht.

Vincent van Gogh in de moderne tijd

Vincent van Gogh is echter veel meer dan alleen een kunstenaar. Zijn keuze om sommige van zijn schilderijen te signeren met een eenvoudig ‘Vincent’. Heeft, samen met zijn onmiddellijk herkenbare stijl, zijn openhartige brieven en zijn pijnlijke strijd met de geestelijke gezondheid.

Het leven van de kunstenaar een intimiteit gegeven die de relatie tussen kunstenaar en toeschouwer als geen ander heeft helpen verpersoonlijken. De ‘gekwelde kunstenaar’, het ‘gekke genie’ en het ‘niet-erkende talent’. Zijn allemaal ideeën die de mythe van Van Gogh heeft bijgedragen aan de wereldkunst en -cultuur, ongeacht hun geldigheid. Weinig kunstenaars hebben zo tot onze verbeelding gesproken en ons zo geïntrigeerd door hun leven als door hun kunst als Vincent van Gogh.

Afbeeldingvermelding
Vitorino, W. (2019). Foto met mens en het boek van, van Gogh [Foto]. São Paulo, Brazilië. Geraadpleegd op 27 januari 2023, van https://www.pexels.com/photo/shallow-focus-photo-of-a-woman-holding-van-gogh-book-2167681/ Licentie beeldmateriaal: Alle foto’s en video’s op Pexels zijn gratis te gebruiken. Je kunt de foto’s en video’s van Pexels aanpassen. Wees creatief en bewerk ze hoe je maar wilt. Toeschrijving is niet vereist. Je hoeft de fotograaf of Pexels niet te vermelden, maar het wordt altijd gewaardeerd.